Het normale gebit van de hond
Vorm van het gebit ....
De hond heeft een carnivoor gebit. Dat betekent dat het gebit geschikt is om een prooi mee te vangen en te verscheuren. De sterke hoektanden vervullen een belangrijke functie bij het vangen van de prooi, de grote knipkiezen bij het verscheuren ervan.
Ontwikkeling....
Het gebit van de hond ontwikkelt zich al in de baarmoeder: de tandkiemen voor zowel het melk- als het blijvende gebit worden al voor de geboorte aangelegd. Net als de mens heeft de hond een melk- en een blijvend gebit.
Wisselen van het melkgebit bij een hond ....
De puppies worden tandeloos geboren. De eerste elementen van het melkgebit komen 2-4 weken na de geboorte door. Zie hieronder wanneer tanden en kiezen voor het eerst doorkomen en op welke leeftijd met melkgebit gaat wisselen voor het blijvende gebit.
Doorbraak - en wisseltijdstip van het gebit ....
Het blijvende gebit begint zich verder te ontwikkelen op het moment dat de kaken gegroeid zijn; de elementen van het blijvende gebit zijn namelijk een stuk groter dan het melkgebit. Door de groei van de blijvende elementen worden de wortels van het melkgebit geresorbeerd en valt het melkgebit uiteindelijk uit.
| Tand | Doorbraaktijdstip Melkgebit | Wisseltijdstip Blijvend gebit |
|---|---|---|
| Snijtanden | 3 – 4 weken | 3 – 5 maanden |
| Hoektanden | 3 – 5 weken | 5 – 7 maanden |
| Premolairen | 4 – 12 weken | 4 – 6 maanden |
| Molairen | 4 – 7 maanden |
Tandformule ....
De soorten en aantallen van het gebit van de hond worden weergegeven in een zogenaamde tandformule. Een hond heeft 42 gebitselementen: 12 snijtanden, 4 hoektanden, 16 premolaren en 10 molaren.
Tandbenoeming ....
Vroeger benoemden we tanden en kiezen met een letter en een cijfer, bijvoorbeeld de P4, tegenwoordig geven we de tanden en kiezen een nummer. De nummers 100 ev geven de tanden en kiezen in de rechterbovenkaak aan, 200 ev wijzen op de linkerbovenkaak, etc. Zie hieronder.
Beet ....
Veruit het grootste deel van de hondenrassen hebben een scharend gebit. Dit wordt als de normale beet beschouwd. Dat houdt in dat de ondersnijtanden net de achterkant van de bovensnijtanden raken. Normaal is dat de onderhoektanden voor de bovenhoektanden langsgaan en dat de kiezen van de bovenkaak en de onderkaak elkaar “afwisselend raken” in een soort zigzagbeweging (zie plaatje met de rode lijn hieronder).
Tandheelkunde bij de hond, maak dit normaal voor een pup....
Het is belangrijk om uw pup vanaf jonge leeftijd al te laten wennen aan het controleren van het gebit en aan tandenpoetsen. Als u bij uw hond begint met het in de bek kijken en met tandenpoetsen als ze tussen de 8 – 12 weken oud zijn dan zullen ze dit als een normale handeling beschouwen. Op deze leeftijd ziten ze namelijk nog in de 1e socialisatiefase. Deze fase is gekenmerkt door nieuwsgierigheid en ze zullen het poetsen zonder angst tegemoet zien.
Als u pas begint na 12 weken met tanden poetsen, dan zit de pup in de 2e socialisatiefase. Dit wordt de angstfase genoemd en de pup zal deze handeling met angst tegemoet zien en het tandenpoetsen niet waarderen. Lees verder over deze socialisatiefases …
Controle van het gebit door de dierenarts ....
Tijdens de vaccinaties die we uw hond geven als pup controleren we iedere keer het gebit. Of het goed is aangelegd en of er geen stand of wisselproblemen aanwezig zijn. We laten u zien waarop u de komende maanden moet letten wat betreft het wisselen van de tanden en kiezen bij uw hond.
Als service kijken we u hond op 6 – 7 maanden een extra keer na of er geen problemen zijn met het wisselen van de hoektanden.
Ook ieder jaar als uw hond langskomt voor de jaarlijkse check up, waarbij de vaccinatie gegeven wordt, kijken we het gebit na.
